Tuinklussen in mei

Het is al bijna IJsheiligen (medio mei). Hierna is het meestal gedaan met de kans op nachtvorst en kunnen we met een gerust hart onze binnen opgekweekte zaailingen en onze vorstgevoelige pot- en kuipplanten buiten zetten. Ook is het tijd om de bloembakken weer te vullen met vrolijke eenjarige bloeiers.
Maar is nu al veel meer te doen in de tuin. En met een fijn lentezonnetje erbij is dat echt geen straf!

Tuintips voor mei

• Laat pot- en kuipplanten die in de schuur, garage of in een onverwarmde kamer hebben overwinterd, ‘afharden’. Hiermee voorkom je hoge temperatuurverschillen tussen de overwinteringsplek en de buitenlucht. Laat ze geleidelijk aan het licht en de temperatuur in de tuin wennen. Zet ze op een beschutte, schaduwrijke plek voordat de volle zon in kunnen. Let wel op een 'verdwaalde' nachtvorst! Kleine, vorstgevoelige potplanten zet je ’s avonds het best weer in de garage of schuur als de temperatuur ’s nachts richting de 0 °C gaat.
  Geef alle pot- en kuipplanten speciale mest en verpot ze eventueel naar een grotere pot zodat ze weer ruimte hebben om verder te groeien.
• Wil je de voorjaarsbollen overhouden zodat ze volgend jaar weer kunnen bloeien? Knip dan de uitgebloeide bloemen van tulpen en narcissen af. Maar laat het loof staan en afsterven, zodat de bollen voor volgend voorjaar voldoende energie kunnen opdoen.
• Vul bakken, potten en (hang)manden met eenjarige zomerbloeiers. Het tuincentrum heeft van alles in jouw favoriete kleur. Zoals de geranium, lobelia, vlijtig liesje, petunia, sutera, mandeville, surfinia, margrieten, senetti en verbena.
• Onkruid verwijder je compleet met wortel en al. Ook uit het gras en tussen de voegen van de tegels. Hier zijn allerlei handige gereedschappen voor als een onkruidsteker, een krabber en een voegenborstel.
• Zomerbollen als dahlia’s en gladiolen kunnen nu in de grond, liefst op een zonnige plek in de tuin. Of in een pot.
• Zaai één- en tweejarigen gewoon in de volle grond. Zoals stokrozen, klaprozen, zonnebloemen, goudsbloemen, afrikaantjes, cosmea, korenbloemen, vingerhoedskruid, siertabak en Oost-Indische kers. Veelal zijn dit rijke bloeiers waar vlinders en bijen dol op zijn
• Bind klimplanten, zoals Toscaanse jasmijn, clematis, kamperfoelie en klimrozen op.
• Maai en bemest het gazon. Bemesten kun je het beste inplannen als er regen wordt verwacht. Ligt jouw grasmat op kleigrond? Prik, om de grond goed te beluchten, met een mestvork om de tien centimeter gaatjes in de grond.
• Snoei uitgebloeide struiken, zoals het Chinees klokje (Forsythia), in vorm. Ook kersen- en pruimenbomen en hagen van buxus, liguster, taxus, coniferen, hulst en beukhaag kunnen gesnoeid worden.
  Snoei nooit in de volle zon op een warme dag want dan kunnen de blaadjes verbranden. Controleer alles gelijk op plagen, zoals bijvoorbeeld de alom gevreesde rupsen van de buxusmot in de buxus!
  En kijk, voordat je gaat snoeien, even of er geen vogelnestje in de haag of stuik zit. Zit er een nest in haag of boom, dan is het verboden om die te snoeien. De Flora- en Faunawet schrijft voor dat de vogels in het broedseizoen niet gestoord mogen worden.

Kwakende kikkers
Kikkers zijn leuk, maar hun gekwaak in de avond en nacht kan velen tot wanhoop drijven. Wie er last van heeft of buren de overlast wil besparen moet eigenlijk op kikkerjacht. Vangen mag officieel niet. Ze zijn beschermd. Wie het toch doet en de beestjes in de buurt in een sloot uitzet, kan er op rekenen dat ze binnen de kortste keren terug zijn. Op de een of andere manier weten ze de weg terug te vinden. Pas bij een afstand van één kilometer of meer (hemelsbreed) raken ze gedesoriënteerd en is de kans groot dat ze zich dáár thuis gaan voelen. Maar dan nog: niet vreemd opkijken als de kwakers toch de weg terugvinden of dat een andere kikker de vijver in de tuin als zijn thuis is gaan beschouwen. Oordoppen in is uiteraard ook een oplossing.